Je kent het wel. Van die dagen dat je uit je werk komt, boos, gefrustreerd, verdrietig. Over het algemeen kom ik dan na 45 minuten autorijden rustig thuis.
Deze keer was het anders, bovendien zat ik nog vol hormonen van de borstvoeding. Al toen ik in de auto stapte dacht ik; dit moet ik nu kwijt.
Ik belde mijn man op. Telefoon op speaker in mijn hand en ik reed rustig de wijk van mijn werk uit. Al kletsend met mijn man kwam er een politiebusje me tegemoet. Ik stopte met praten, maar er was immers niets aan de hand. Telefoon op speaker. “Er rijdt politie langs.”
“Nou, hang dan op.”, zegt manlief nog.
“Nee hoor, ze zijn al weg.”
Terwijl ik mijn verhaal wil vervolgen zie ik ineens een politiebusje in mijn achteruitikijkspiegel met zwaailichten. “STOP POLITIE” staat er ook nog groot in beeld.
Shit.
“Shit, ze rijden met zwaailichten achter me..”
“Nou, ophangen dus! Succes. Dat wordt een beste boete dame”, hoor ik mijn man nog zeggen.
Mijn telefoon smijt ik door de auto. Alsof dat helpt.
Ik rijd drie rondjes rotonde want ik weet in paniek dus even niet meer waar ik zo snel mogelijk kan parkeren met die meterslange politiebus achter me.
Gelukkig begrijpt de agent mijn paniek en doet zijn knipperlicht aan zodat ik weet waar ik heen kan rijden.
Eenmaal aan de kant van de weg zie ik de agent uitstappen.
Ja, hoor. Zo’n jonge god in uniform. Mijn hemel, worden die agenten serieus op hun looks toegelaten?
Achter deze knappe kerel komt ook een jonge dame uit het busje. Ze is vrij jong en ik gok een stagiaire.
“Goedemiddag mevrouw. U weet vast wel waarom we achter u aan kwamen?”
“Nou, omdat ik aan het bellen was? Ik had alleen mijn telefoon op speaker. Dan mag ik toch bellen?”, ik ben echt wel wat verbaasd.
“Ja, dan mag u bellen, maar niet als u uw telefoon in uw hand heeft. Uw handen heeft u nodig voor het autorijden; om te sturen, schakelen en gasgeven.”
Je hebt van die mensen die op de juiste momenten weten wat ze moeten antwoorden en weten wanneer ze hun mond moeten houden. Bij mij werkt dat precies andersom. Heel frustrerend soms. Dus in plaats van mijn mond te houden, zeg ik;
“Nou, ik weet niet in wat voor busje jullie rijden, maar gasgeven doe ik met mijn voeten.”
Meteen weet ik dat ik dat niet had moeten zeggen. Mijn gezicht krijgt de kleur van een tomaat.
“Sorry, sorry, meneer. Ik bel nooit onder het rijden. Ik ben normaal echt een brave burger.”
Mijn god, hoe verzin ik het serieus om dit nou weer te zeggen, het is helemaal waar maar seriously! Dit zeg je toch niet?! Mijn gezicht wordt nog roder.
Die jonge god in uniform moet gelukkig lachen, de agente achter hem kijkt wat verbaasd en ik?? Ik weet inmiddels niet meer waar ik moet kijken.
“Ik wil graag je papieren even zien en zal eens kijken wat voor brave burger je bent.”
Ze lopen samen naar het busje om mijn gegevens te checken. Wat gaan ze vinden; snelheidsovertredingen. Geen indrukwekkende snelheden maar wel een leuk aantal. En nu dan? Wat nu? Zou ik mee moeten naar het bureau? Nee toch? Ik zit al te stressen in de auto.
“Nou, volgens ons systeem ben je inderdaad een behoorlijke brave burger”, de agent is terug voor ik het door heb. “We laten je gaan met een waarschuwing, je zal het waarschijnlijk wel niet weer doen”, lacht de agent.
Ik bedankt beide agenten vriendelijk en wens ze een fijne dag. Rustig rijd ik de snelweg op.
Bij het eerstvolgende tankstation app ik manlief dat alles oké is en ik naar huis kom.
Thuis vertel ik het verhaal in geuren en kleuren. Manlief is verontwaardigd; “En je komt er met een waarschuwing af?!”
Stiekem is hij natuurlijk heel blij aangezien we geen bekeuring op de deurmat gekregen hebben.
En ik… Ik bel inderdaad niet meer onder het rijden.